dpkg-build-api - API-niveau van de dpkg-bouw van het
broncodepakket
Build-Depends:
dpkg-build-api (= 1),
Het API-niveau van de dpkg-bouw van het broncodepakket definieert
voor broncodepakketten een interface met versiebeheer, waarbij elk
API-niveau specifiek gedrag en garanties biedt.
Deze interfaces kunnen dan op een geleidelijke manier worden
aangewend door pakketten en kunnen gemakkelijker worden uitgefaseerd dan het
geval is met globale gedragswijzigingen.
De declaratie van dit API-niveau gebeurt via bouwvereisten in een
van de velden Build-Depends, Build-Depends-Indep of
Build-Depends-Arch, of via de omgevingsvariabele
DPKG_BUILD_API, die deze zal overschrijven als beide aanwezig zijn,
en een waarschuwing kan geven als ze verschillend zijn.
- v2
- Dit niveau is nog in ontwikkeling en kan niet worden gedeclareerd via
bouwvereisten.
- v1
- Dit is het aanbevolen niveau. Sinds dpkg 1.22.0.
Wijzigingen ten opzichte van v0 zijn:
- dpkg-shlibdeps maakt niet langer gebruik van de omgevingsvariabele
LD_LIBRARY_PATH. In plaats daarvan moet de optie -l worden
gebruikt.
- dpkg-buildpackage stelt standaard Rules-Requires-Root in op
waarde no. Om het gedrag uit v0 te herstellen moet
Rules-Requires-Root worden ingesteld op binary-targets.
- dpkg-buildpackage verwacht dat alle vereiste
debian/rules-targets worden ondersteund en beschikt niet langer
over terugvalcode voor neerwaartse compatibiliteit. De vereiste targets
zijn clean, build, build-indep, build-arch,
binary-indep en binary-arch.
- vendor.mk gebruikt standaard dpkg_vendor_derives_from_v1
voor de macro dpkg_vendor_derives_from. Om het gedrag van v0
te herstellen, stelt u dpkg_vendor_derives_from in op
dpkg_vendor_derives_from_v0.
- default.mk bevat standaard buildtools.mk.
- v0
- Dit is het huidige globale niveau, gelijk aan er geen opgeven. De
geleverde interfaces en gedragingen zijn onderhevig aan de normale globale
interface-updates, die meestal langere uitfaseringscycli en/of
gecoördineerde overgangen vereisen.