symlink(2) | System Calls Manual | symlink(2) |
symlink, symlinkat - maak een nieuwe naam voor een bestand
Standard C bibliotheek (libc, -lc)
#include <unistd.h>
int symlink(const char *oudpad, const char *nieuwpad);
#include <fcntl.h> /* Definitie van AT_* constanten */ #include <unistd.h>
int symlinkat(const char *oudpad, int nieuwmapbi, const char *nieuwpad);
symlink():
_XOPEN_SOURCE >= 500 || _POSIX_C_SOURCE >= 200112L || /* glibc <= 2.19: */ _BSD_SOURCE
symlinkat():
Vanaf glibc 2.10: _POSIX_C_SOURCE >= 200809L Voor glibc 2.10: _ATFILE_SOURCE
symlink() maakt een symbolische koppeling genaamd nieuwpad die het karakter-string oudpad bevat.
Symbolische koppelingen worden geïnterpreteerd tijdens draaien, alsof de inhoud van de koppeling vervangen werd door het pad dat gevolgd werd om een bestand of map te vinden.
Symbolische koppelingen kunnen .. pad onderdelen bevatten, die (als ze gebruikt worden aan het begin van de koppeling) wijzen naar de ouder mappen van die waarin de koppeling staat.
Een symbolische koppeling (ook bekend als zachte koppeling) mag wijzen naar een bestaand bestand of naar een niet bestaand; het laatste geval staat bekend als een loshangende koppeling.
De toestemmingen van een symbolische koppeling zijn onbelangrijk; het eigendom wordt genegeerd bij het volgen van de koppeling (behalve als het protected_symlinks feature werd aangezet., zoals uitgelegd in proc(5), maar wordt gecontroleerd als verwijdering of hernoemen van de koppeling werd gevraagd en als de koppeling in een map staat met het sticky bit (S_ISVTX) gezet.
Als nieuwpad bestaat zal het niet overschreven worden.
De symlinkat() systeem aanroep functioneert op exact dezelfde manier als sysmlink(), behalve voor die verschillen zoals hier beschreven.
Als de padnaam gegeven in nieuwpad relatief is, dan wordt deze geïnterpreteerd relatief aan de map gerefereerd door de bestand beschrijving nieuwmapbi (anders dan relatief aan de huidige werk map van het aanroepende proces, zoals gedaan door sysmlink() voor een relatieve padnaam).
Als nieuwpad relatief is en nieuwmapbi is gelijk aan de speciale waarde AT_FDCWD, dan wordt nieuwpad geïnterpreteerd relatief aan de huidige werk map van het aanroepende proces (zoals symlink().
Als nieuwpad absoluut is, dan wordt nieuwmapbi genegeerd.
Zie openat(2) voor de uitleg over de noodzaak van readlinkat().
Bij succes wordt nul teruggegeven. Bij falen wordt -1 teruggegeven en wordt errno overeenkomstig gezet.
symlinkat() is toegevoegd aan Linux 2.6.16; bibliotheek ondersteuning is toegevoegd aan glibc 2.4.
symlink(): SVr4, 4.3BSD, POSIX.1-2001, POSIX.1-2008.
symlinkat(): POSIX.1-2008.
oudpad wordt niet gecontroleerd.
Wissen van de naam waar de symbolische koppeling naar wijst zal daadwerkelijk het bestand wissen (tenzij het ook nog andere harde koppelingen heeft.) Als dit gedrag ongewenst is, gebruik link(2).
Op oudere kernels waar symlinkat() niet beschikbaar is, valt de glibc omwikkel functie terug op het gebruik van symlink(). Als nieuwpad een relatieve padnaam is, dan construeert glibc een padnaam gebaseerd op de symbolische koppeling in /proc/self/df die overeenkomt met het nieuwmapbi argument.
ln(1), namei(1), lchown(2), link(2), lstat(2), open(2), readlink(2), rename(2), unlink(2), path_resolution(7), symlink(7)
De Nederlandse vertaling van deze handleiding is geschreven door Jos Boersema <joshb@xs4all.nl>, Mario Blättermann <mario.blaettermann@gmail.com> en Luc Castermans <luc.castermans@gmail.com>
Deze vertaling is vrije documentatie; lees de GNU General Public License Version 3 of later over de Copyright-voorwaarden. Er is geen AANSPRAKELIJKHEID.
Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou vinden, stuur een e-mail naar debian-l10n-dutch@lists.debian.org.
5 februari 2023 | Linux man-pagina's 6.03 |